Een pleidooi voor nieuwsgierigheid

Het is een tijd van wensen voor het nieuwe jaar. Ik heb er één: nieuwsgierig blijven. Wij denken snel dat we ruimdenkend zijn, maar zijn we het wel? Als ik in de spiegel kijk, dan merk ik dat ik maar al te vaak oordeel. Oordelen kan positief zijn of negatief. In beide gevallen is voor mij het gevolg: stilstand.

Oordelen vernauwt je zicht omdat het inhoudt dat je je eigen referentiekader als de norm beschouwt, en geen ruimte laat aan andere referentiekaders om je horizon uit te breiden. Wetenschappers die niet nieuwsgierig zouden zijn naar onbekende elementen van de werkelijkheid zouden geen vooruitgang kunnen boeken. Mensen die niet nieuwsgierig zijn naar afwijkende meningen en manieren om te leven, blijven stilstaan binnen hun referentiekader. Je laat immers geen informatie meer toe die niet strookt met jouw vooraf afgebakende mening, geloof of perceptie van de werkelijkheid. In het Engels noemt men dit: confirmation bias. Je pikt uit de media, onderzoeken, discussies alleen wat jou bevestigt in jouw comfortzone.

Er is een middel om die confirmation bias te counteren: een socratisch gesprek. Een gesprek waarin je op zijn minst probeert om in dialoog te gaan zonder je eigen mening te propageren. Een gesprek waarin je op een objectief nieuwsgierige manier probeert vragen te stellen. Jouw emotionele respons die sommige antwoorden uitlokken even links laten liggen, en doorvragen. Hoeveel kunnen we daar niet uit leren?

We leven nu in een post-corona tijdperk, waarbij iedereen wat op zichzelf teruggeworpen is geweest. En dat is op sommige gebieden goed geweest. Maar het heeft ook als neveneffect gehad dat veel persoonlijke verbinding met anderen is weggevallen, en op een laag pitje is gezet. We hadden natuurlijk de videocalls, chats, webcams, enz… , maar je keek mekaar niet in de ogen… Je keek naar een scherm. En dat kon je vaak naar believen afzetten. M.i. heeft het ervoor gezorgd dat contacten vrijblijvender waren, en minder bedreigend voor onze knusse zefingenomenheid. M.a.w. het was een tijd waarin we controle hadden over onze communicatie via de knoppen van onze toestellen (gsm, laptop, tablet). Ik vraag me dan ook af of we niet terug ons best moeten doen om de anderen terug echt te ontmoeten. Om terug open te staan voor persoonlijke gesprekken, òòk met mensen die een totaal andere zienswijze hebben. Ik heb het gevoel dat we wat arm zijn geworden.

Dat is ook niet raar natuurlijk. De macht van de logaritmes die ons allemaal volgen en sturen is alleen maar gegroeid in de voorbije jaren. Gedurende corona is de wereld, voor een groot deel door de social media, verder gepolariseerd. Dat is al een eind aan de gang, maar corona gaf er een serieuze duw aan. Het gevolg is dat we nog meer ten prooi vallen aan onze confirmation bias. We kunnen geen kritiek meer verdragen, we swipen die weg. Of we verwarren de kritiek van een ander met die ander zelf. En zien dus ook een heel groot deel van de werkelijkheid niet meer. We blijven comfortabel in onze eigen informatiebubbel.

Kenmerkend aan polarisering is het gebrek aan empathie. In de natuurkunde (zowel de relativiteitstheorie als in de daarmee voorlopig onverenigbare quantummechanica) speelt één begrip een reusachtige rol: het waarnemersstandpunt. Elke mens heeft per definitie één standpunt, en dus een eigen realiteit. Er bestaan dus m.a.w. 8 miljard realiteiten, ofte universa, op onze wereld. Er is in de natuurkunde ook iets raars aan de hand met de rol van de waarnemer: Je kan niks bewijzen over een systeem als je zelf in dat systeem zit, ergo: je bent in feite afhankelijk van alle andere “waarnemers” om je een enigszins vollediger beeld van de werkelijkheid te vormen. En dan nog… . Ook een belangrijk gegeven: interactie met een andere realiteit verandert op slag de eigen realiteit en de andere realiteit… Bij Einstein is dat misschien wat minder het geval (alhoewel), maar in de quantummechanica is het onontkoombaar.

(Noot: ik ben geen wetenschapper, verre van, dus als ik fouten schrijf word ik graag gecorrigeerd. Dit is een destillatie van wat ik erover weet met betrekking tot onze dagdagelijkse realiteit.)

Waarom dit stukje wetenschap? Omdat het rechtstreeks met onze beleving van de wereld te maken heeft. Het bewustzijn van het feit dat er voor elke andere mens ook een andere realiteit bestaat, nl. de zijne, nààst onze eigen realiteit, stemt tot nederigheid. Het leidt ook mogelijk, en hopelijk, tot het besef dat er nog zoveel te ontdekken is wat we niet weten. Dat we beperkt zijn in onze waarneming.

Het impliceert ook – voor mij – dat mijn realiteit een ge-geven is. Ik heb die gekregen. Ik heb ze zelf niet gekozen. Noch aan mijn brein, noch aan mijn lichaam, mijn familie, gezin, kanker, hoe ik daarmee kan omgaan… heb ik verdienste. Ik kan me bijgevolg dan ook niet beroepen op trots omwille van al die dingen, of pakweg over mijn nationaliteit, of onze Westerse manier van leven…, en mijzelf daarmee verheffen boven anderen. Net alsof ik me ook niet kan beroepen op mijn lijden, mijn zielspijnen of trauma’s om mezelf – een beetje paradoxaal – een heldenstatus aan te meten. Zoals David Van Reybrouck zegt: “Goede én slechte dingen tegenkomen, dat heet ‘een leven'”. Ik ben heus de enige niet. Ook hier weer een aanzet tot nederigheid.

Die nederigheid kan (hoewel ik zelf denk: zal) openheid bij onszelf teweegbrengen. De oprechte overtuiging dat onze realiteit niet waardevoller is dan die van de andere. Want als je in kosmische grootte-orde gaat denken, is het ene sterrenstelsel ook niet “waardevoller” dan het andere. Of op oneindig klein niveau: de ene quark is niet “waardevoller” dan de andere… Om jezelf echt te verrijken, en je kijk op de realiteit te verruimen, moet je dus eerst afstappen van de waarde die je toekent aan je eigen manier van kijken. Dan kan je op gelijkwaardige basis de ander tegemoet treden en ontmoeten.

Wordt het geen tijd dat we de woorden “aandacht” en “nieuwsgierigheid” van hun laagje stof ontdoen? Dat we ons proberen los te maken van de eindeloze stroom informatie die onze confirmation bias voedt, onze waarneming stuurt, en ons leven een nauw pad opstuurt.

Iedereen kent het wel: je zit op een tram en zowat 75% van de passagiers die alleen reizen zijn met hun gsm bezig (de stroom voorgekauwde informatie stopt het zelfstandig denken en voedt elke minuut van leegte/stilte). Of je bent in gesprek met iemand en die neemt zijn gsm terwijl je aan het praten bent (diezelfde stroom informatie claimt de interesse van de ander in jou, en zet jou met groot gemak aan de kant, in de rubriek “oninteressant”). Of een familiebijeenkomst verandert ineens in een over en weer geshow van clips en reels (de onophoudelijke bit-stroom kaapt daarmee het samenzijn en daarmee de verbinding).

Wordt het geen tijd om de verbinding terug te zoeken? Geen telefoonverbinding, of zoom-verbinding, maar persoonlijke verbinding? En wordt het geen tijd dat we terug oprecht nieuwsgierig worden naar de ander? Ook als het ons buiten onze comfortzone trekt? Nieuwsgierigheid die ons voedt, en die de ander ook verheft, want er wordt oprecht naar hem/haar geluisterd. Diens realiteit wordt gerespecteerd… Kunnen we een nieuwsgierigheid nastreven die ons eens naar het standpunt brengt van een andere waarnemer? Er zijn zoveel boeiende realiteiten te ontdekken, er is nog zoveel verbinding te leggen. Laat ons nieuwsgierig zijn naar de ander, naar elkaar, en de macht teruggrijpen van de logaritmes. Die beletten ons toch maar te groeien.

Vaccineren of niet? Gezond verstand of niet?

Corona heeft er bij iedereen behoorlijk ingehakt. Letterlijk, in veel te veel gevallen. Het sterftecijfer in het journaal is verworden tot een fait divers: als er maar pakweg 5 mensen per dag (!) sterven aan corona, dan gaat het goed… Daarnaast is een dodelijk ongeval op de weg waarbij één dode valt genoeg om in het dagelijks nieuw te komen… Vreemde wereld.

In de discussie tussen pro- en contra komen altijd dezelfde argumenten op tafel vanuit de antivaccin-beweging. Naast de talloze complottheorieën wordt de snelheid van ontwikkeling van de nieuwe vaccins aangehaald om te “bewijzen” dat ze onbetrouwbaar zijn.

Ik kan het niet laten om daar zware bedenkingen bij te hebben. Laat me de vergelijking maken: ik ben al negen jaar in behandeling tegen mijn kanker, en al negen jaar moeten we soms improviseren, nieuwe medicatie uitproberen, trial and error zeg maar… Dat gebeurt op grond van wetenschappelijke, logische redeneringen, die getoetst worden door verschillende artsen die bij dat proces betrokken zijn, rechtstreeks of onrechtstreeks. Het blijft een rollercoaster, met ups (tumorvrijer) en downs (uitzaaiingen), die elkaar afwisselen. 

Toch voel ik me veilig, en de feiten bewijzen dat ik mijn oorspronkelijke levensverwachting van max 2 jaar ruimschoots heb overschreden. 

Ik vraag me oprecht af waar mensen die zich niet laten vaccineren bang voor zijn. De vaccins zijn recent, en supersnel ontwikkeld, dat is waar. Maar er is wereldwijd heel zwaar ingezet, qua middelen en personeel, op het ontwikkelen ervan. Dat gebeurt niet bij het normale proces van vaccin-ontwikkeling, eenvoudigweg omdat we dan niet spreken van een pandemie. 

Ondertussen is toch al genoeg gebleken dat vaccins afdoende beschermen. Getuige daarvan het grote aantal niet gevaccineerden in de ziekenhuizen, en het steeds minder grote aantal gevaccineerden die opgenomen moeten worden. Hoe duidelijk kan het zijn?

In gesprekken met anti-vaxxers moet ik altijd denken aan Ockhams Scheermes. Ik citeer Wikipedia: Ockhams scheermes (Latijn: lex parsimoniae, de wet van de spaarzaamheid) is de stelling dat de hypothese gekozen moet worden die de minste aannames bevat en de minste entiteiten veronderstelt, wanneer er verschillende hypotheses zijn die een verschijnsel in gelijke mate kunnen verklaren.

Waar zijn de harde bewijzen dat vaccins onbetrouwbaar zijn, ontwikkeld door kwaadaardige overheden en wetenschappers die ons willen manipuleren? Waar zijn de wetenschappelijke studies die keihard bewijzen dat vaccins niet werken? Wat met alle andere vaccins die we in de loop van ons leven moéten krijgen, bij de geboorte, bij buitenlandse reizen, … ?? Wat met alle complottheorieën die zò uit sciencefictionfilms gehaald lijken te worden? De een al ingewikkelder dan de ander… (Neem bijvoorbeeld de chip die Bill Gates zou implanteren om ons te traceren… eh… we hebben allemaal een gsm die dat al lang mogelijk maakt… Why bother?) Wat met het argument dat nog geen langetermijneffecten zijn bestudeerd? Nogal wiedes, bij elk nieuw ontwikkeld vaccin is dat zo, ook al is het ontwikkelingsproces langzamer.  In het begin zijn er nooit langetermijneffecten te bestuderen. Dat geldt ook voor chemo, tussen haakjes.

“De opname- en sterftecijfers zijn niet betrouwbaar”, hoor ik ook vaak aanhalen. Tel de graven van al die miljoenen mensen die nu onder de grond liggen. Zijn dat allemaal mensen die nu plots in anderhalf jaar aan allerlei andere aandoeningen gestorven zijn?

Het argument dat iedereen een vrije keuze heeft, is een onbetwistbaar argument. Anders zouden we in een dictatuur belanden. Laat ons dan meteen vrij kiezen om geen vaccins meer te verplichten tegen mazelen, pokken, Rubella, polio, tetanus; en ook niet meer tegen ebola, gele koorts, malaria… En laat ons dan eens kijken wat de gevolgen zijn… 

Ik klink misschien wat cynisch, maar voor mij is het een simpele, dagdagelijkse realiteit: iemand die zich niet laat vaccineren, en zo de groepsimmuniteit hypothekeert, is voor mij levensbedreigend, aangezien ik in een risicogroep zit. Dat geldt voor alle risicogroepen en mensen met een verzwakte gezondheid…

Wil je écht die verantwoordelijkheid dragen? It’s a free world, so… Go ahead, make my day.

Let love rule. Be kind.

Ik zit in het boswachtershuisje van mijn lief, en kijk door het raam naar het open veld. Door de flinterdunne wolkenlaag schijnt het zonlicht witjes over het landschap. Een eenzame wandelaar passeert voor het raam, kijkt even binnen en steekt zijn hand op. Ik groet terug, en voel een immense mildheid voor het leven.

De tijden zijn er niet naar. De Covid-19-maatregelen wegen op iedereen, we plooien collectief terug op onszelf. Het is koud, modderig, nat, vaak een beetje troosteloos… Zoals zoveel mensen zich op dit moment waarschijnlijk voelen… 

Het journaal heeft de laatste maanden niet veel goeds te melden. Cynisme en pessimisme loeren om de hoek als het zoveelste bericht over de Amerikaanse toestanden binnenloopt, er is nagenoeg geen plaats meer voor ander nieuws dan Corona en Amerika… Alsof de wereld in een klein repetitief cirkeltje draait. 

En toch… Het cliché: “Never waste a good crisis” blijft van toepassing. Soms denk ik dat dit een test is voor de hele mensheid. Zijn we in staat om in barre tijden als deze tòch een beetje voor elkaar te zorgen? Zijn we in staat om hoop te blijven koesteren, om door de tsunami van negativiteit heen toch the silver lining te zien? 

We hebben het allemaal moeilijk, op oneindig veel verschillende manieren. Kunnen we de kleine dingen blijven zien die een mensenhart eventjes vrolijk doen opwippen?  Kunnen we uit ons zelfbeklag stappen, en met open ogen, hart en armen de straat op te gaan? Kunnen we blijven kijken naar de ander, zoals hij/zij is, zonder dat cynisme en wantrouwen dat momenteel de wereld lijkt over te nemen? En mededogen voelen? Ik denk van wel.

Het is ZO simpel. 

Je hoeft alleen maar te besluiten dat liefde het enige is wat je nodig hebt om geluk te vinden, en geluk te geven. Geld, materiële welstand, gezondheid… Allemaal wankele dingen waar we vaak van denken dat ze belangrijk zijn om ons goed te kunnen voelen. Maar o zo relatief, als je ze afzet tegen de kracht en eenvoud van liefde. 

Op dit moment is de mensheid eigenlijk ziek. Blijkbaar zijn we niet zo onkwetsbaar als we denken. Ik vergelijk het soms met mijn kanker. Onverwacht, levensbedreigend, verlies…. En toch, overal waar liefde is, vergeet ik de nadelen van de ziekte 🙂 In the end it doesn’t matter. Als we ons hart maar niet afsluiten, niet laten beheersen door wrok, wanhoop, zelfbeklag, woede of verdriet.

En laten we wel wezen, de liefde is de enige kracht die ruimte en tijd overstijgt. Ik vind dat toch een hele prestatie 😉

Wil dat zeggen dat je niet kwaad mag zijn? Niet verdrietig of gekwetst? Tuurlijk niet, we zijn mensen, geen machines. Maar als je liefde als “uitvalsbasis” kiest voor je bestaan, verzet je bergen en kan weinig je nog bedreigen. 

Het mooie aan liefde is dat zij, als ze echt is en puur, vrij maakt. Vrij maakt, en vrij laat. Als je verwachtingen schept tegenover andere personen, is het bijna onoverkomelijk dat je ontgoocheld wordt, of zelfs gekrenkt of gekwetst. Als je liefhebt, laat je los, laat je de ander zijn wie hij/zij is… 

Als je krampachtig wil dat de wereld rondom jou verandert, en zich voegt naar je eigen verlangens en verwachtingen, dan loop je onherroepelijk vast. Het mooie aan liefde is dat ze loslaat, en net daardoor ware verbinding creëert, soms op onverwachte momenten of verrassende manieren.

In grote én kleine dingen, op persoonlijk en op wereldniveau, eender waar en wanneer: laten we liefde, mildheid, openheid en vrijheid koesteren. Geen kanker of corona ter wereld kan tegen de kracht van liefde op. Mijn “ongeluk” raakt mijn ouderliefde niet, noch de liefde voor mijn lief, mijn vrienden, familie…. 

Liefde overheerst, en daar ben ik ontzettend blij om. En ik ben niet van plan daar verandering in te brengen, hoeveel ik ook val en struikel. Die reis is veel te mooi 🙂

Let love rule. Be kind.

The times they are changin’

Was Bob Dylan een profeet?

Wat de context ook was toen hij The Times The Are Changin’ schreef, het is verbijsterend actueel….

Er is een “nieuwe wereldorde” ontstaan, of moeten we het wanorde noemen? We leven in een vreemde, onbekende wereld, en we zijn dat niet gewoon. Je krijgt het gevoel dat dit een tijd van verdriet en biologische oorlogsvoering is. Niet door mensenhanden ontstaan deze keer. De vijand is dat verdomd valse virus dat al onze zekerheden, onze veiligheid en ons samen-leven ondermijnt. We worden gewoon aan meldingen van tientallen doden per dag, elke dag opnieuw. We worden het beu, de aandacht verslapt, en onverschilligheid groeit, en BAM… de onzichtbare vijand slaat opnieuw toe…

Hoe deden die soldaten dat in die zolang geleden WOI, in de loopgraven, vier (!) jaar lang? Hoeveel angst, verdriet, eenzaamheid kan een mens aan? Onze generatie en die daarna kennen het niet… De oudere generatie misschien wel, in de vervagende herinnering aan ’40-’45… 

Het is verleidelijk om te vervallen in troosteloosheid, moedeloosheid, kwaadheid… Ik vraag me dan onwillekeurig af: is dat de enige weg? Geldt het gezegde “Never waste a good crisis” hier ook?

De dingen waar we machteloos in zijn, wel… daar zijn we machteloos in. Roepen, tieren, verzet, woede, apathie, ze helpen allemaal niet, tenzij als ventilatie, als uiting van verdriet om de dingen die we nu verliezen, of verloren zijn. Je zou voor minder….

Maar het verdriet dat nu overal in onze levens binnenkomt, is tegelijk de draad naar, en de verbinding met de schoonheid, de liefde, de vriendschap die we nu even on hold moeten zetten, of verloren zijn, althans in fysieke vorm. Laat ons die draad niet doorknippen, maar eraan vasthouden. Als we dat verdriet omarmen, zal het verdriet ons omarmen, en meteen ook de schoonheid in ons leven…

Vanuit mijn standpunt vergelijk ik onze samenleving nu met het moment van mijn diagnose: de wereld stort in, en al wat je kende, hoe je leefde, it’s gone. Wat mij – heel persoonlijk – verwart, is het feit dat ik fundamenteel rust had op het moment dat mij gezegd werd dat mijn leven zou eindigen binnen afzienbare tijd. En dat het moeilijk is, op het moment dat de hele samenleving ook “een diagnose” krijgt, ik moeite heb om die fundamentele rust terug te vinden.

Dat heeft natuurlijk te maken met de bedreiging die boven de hoofden en de levens van mijn geliefden hangt. Dàt heb ik niet onder controle, het mijne wel… 

Er is zoveel verdriet rondom ons, ook in mij. Dat is natuurlijk altijd al geweest, maar in “good times” leven we grotendeels onbewust daarvan. Of hebben we talrijke mogelijkheden om daaraan te ontsnappen. Al onze verlangens, willetjes, impulsen  worden als ze voor 23u besteld zijn, de volgende dag geleverd aan onze voordeur. 

Nu moeten we leren geduldig zijn, wachten. Worden ons regels opgelegd die we moeten volgen, al zijn we dat voor een stuk niet meer gewoon… Er wordt geknabbeld aan onze vrijheden…

Ik stel me de vraag (net als bij mijn ziekte): maar is dat niet ook een kans om als mens te groeien? Over het onheil dat ons op onze kop valt hebben we geen macht, maar we hebben dat wel over keuzes die we maken… 

Binnen ons grote gezin hebben we een hilarische, en toch zo fundamentele anekdote. Toen onze moeder ooit in het ziekenhuis lag voor een ingreep, kwam een dokter-specialist met een gevolg van assistenten haar kamer binnen. Je weet wel, “op zijn ronde”, ietwat gehaast en zakelijk. “Dus alles is goed, mevrouw Schmidt. Mocht u nog iets nodig hebben…?” En hij draaide zich al om om de kamer te verlaten. Routine. En ons Moe zei tot de dokter: “Ja, ik heb nog iets nodig, dokter.” Waarop de dokter zich ietwat verrast omdraaide… “Een beetje aandacht en genegenheid”, zei Moe. Waarop de arts verbouwereerd een kwartier op haar bed kwam zitten…

Is dit ook niet de tijd? Kunnen we niet, uit aandacht en genegenheid voor de ander, de maatregelen volgen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van onze geliefden? Kunnen we niet rondom ons wat “achter de mondmaskers” kijken, en wat aandacht en genegenheid rondspreiden om ons heen? Is dat niet de grote uitdaging in deze chaos? Het enige wat het ons kost is een paar minuten tijd, verder niks. En mensen hebben dorst naar “een beetje aandacht en genegenheid” , hoe beperkt ook. 

Ook deze biologische oorlog tegen COVID 19 zal ooit eindigen in een wapenstilstand, zoals elke oorlog in de menselijke geschiedenis. Laat ons asjeblieft de hoop in leven houden. Laat ons deze tijd van vertraagd leven gebruiken om om ons heen te kijken, en een beetje lief zijn voor elkaar, vriendelijke woorden spreken tegen onbekenden, tolerant zijn… 

Er komt een dag waarop we elkaar terug kunnen vastpakken, en dat zal driedubbel deugd doen!

Wout – een Blijde Boodschap ;-)

We mogen al eens lyrisch doen tegenwoordig. Als het over Wout Van Aert gaat vliegen de superlatieven ons rond de oren. “Wereldcoureur”, “beste allround renner ter wereld”, “die man kan alles”, enz….

Wout Van Aert inspireert, en dat niet alleen in het veld of op de baan. 

Ik hoef de valpartij van vorig jaar niet terug te berde te brengen, dat gebeurt al overvloedig. Op dat moment dacht iedereen dat de Belgische troonkandidaat van het wierlerpeloton onmogelijk nog kon terugkeren op zijn oude niveau…

But he did, en hoe?! De lange weg terug (meestal buiten beeld), de uren en dagen  afzien, hoeveel hebben we daar niét van gezien? Ik denk dat die comeback misschien de allergrootste prestatie is, naast de reeks overwinningen die hij nu aan elkaar rijgt.

Die overwinningen, daar wil ik het even over hebben. Zoals ik ernaar kijk, zijn het niet alleen de overwinningen an sich die Wout een groot renner maken. Zoals ik al zei, hij inspireert. 

Ik kijk voortdurend naar het grotere plaatje. De tattoo die de huid van mijn jongste zoon siert zegt “Hold On / Stay Strong”. Als er één publieke persoon is die dit op dit moment belichaamt, dan is het Wout wel. 

Maar hoe wordt een 53-jarige kankerpatiënt geïnspireerd door een 25-jarige topsporter? 

Simpel. Kanker is ook vallen en opstaan, altijd weer opnieuw. Kanker slaat diepe wonden, in het lichaam, in de geest. Kanker is vaak: “dit kom ik niet meer te boven”. De geniepige indringer is even onvoorspelbaar als het venijnige haakje van een onnozel nadarhekken op de verkeerde plaats en tijd. Je ziet het nooit aankomen.

En daar ga je dan tegen het asfalt. Einde verhaal? Nope, dat is buiten de (W)aert gerekend!

Zijn verfrissende verschijning, altijd goedlachs, zelfs kort na zijn immense tegenslag (kijk eens naar de archiefbeelden van een jaar geleden). Kijk naar de interviews nu. Hij rijdt iedereen aan flarden, dan zou je toch gaan verwachten dat hij gorillagewijs eens ferm op zijn borst klopt. Maar neen. Geen kapsones, geen “laat me met rust”… Daar staat hij nog naar lucht te happen, te hoesten en te zweten, en geeft alweer een rustig, bescheiden interview aan de reporters, met de eeuwige guitige glimlach (achter het mondmasker, maar je ziet het aan zijn ogen 😉 )… 

Wat mij opvalt, en blij stemt, is dat hij nooit negatieve taal spreekt. De stille wilskracht druipt ervan af, de vriendelijkheid ook. Nie neuten, nie pleuien, en keep on smiling.

Kijk, dàt zijn dingen die inspireren. Het is veelbetekenend dat het truitje dat hij aan Vive le Vélo schonk 25000 euro opbracht voor Kom op tegen Kanker. (Daar heb je de link).

Mocht hij niet meerijden in de Tour, ik zou waarschijnlijk niet kijken 🙂 Maar ik word er zo vrolijk van. Hoewel hij het er niet om doet, geeft hij moed als de dingen wat minder gaan. Mensen hebben nood aan voorbeelden, idolen, helden. Hopelijk pakt al die wierook niet op zijn adem, maar als iemand tegenwoordig het etiket “superhero” verdient, dan Wout. 

En niet alleen omdat hij koersen wint.

Dankjewel, Wout

Open brief aan onze Vlaamse Onderwijssector

Hey, ik behoor tot een risicogroep! Hoera! Sinds 8 jaar kanker, 8 jaar ononderbroken chemo, wandelend mirakel! Gaat corona roet in het eten gooien? Who knows…

Vergeef mij mijn – vanuit mijn eigen situatie – wat aparte kijk op de dingen momenteel…

Dit is een zeer ernstige situatie, waar nog steeds onvoldoende mensen de toestand ernstig nemen. Misschien gaat het maar doordringen als mensen in de directe omgeving ziek worden en desgevallend sterven…

Ik moet niet herhalen wat zoveel instanties al herhaald hebben, tot vervelens toe. Was je handen, houd afstand… Blijf binnen. 

Mijn kwaadheid over de domheid van de vrijdagavond-afscheidsfuiven is een beetje gezakt, omdat ik denk: ach, ze weten niet beter. Terwijl het mensenlevens kan kosten. Mensen die minder geluk hebben dan ik, als het om immuniteit gaat. Maar ja, de mens blijft een mens… Wat is gebeurd, is gebeurd…

Ik heb echter een paar bedenkingen voor de overheid, en onze “instituties”. Ik hoor de hele dag niks anders dan politici die zeggen voor de camera’s:  “first things first”. Mja. Kinderen thuis houden, het onderwijs valt stil voor drie weken. En wat gebeurt er? Na een paar dagen hoor ik dat de kinderen in ons onderwijs toch – oeioeioei – die eindtermen moeten halen, dat ze thuis taken moeten doen, dat scholen bakken richtlijnen sturen aan de ouders om hun kinderen in dat leerproces te begeleiden. 

WTF?? Dus: mensen moeten telewerken, ondertussen hun kinderen de hele dag bezighouden, begeleiden in schooltaken, eten maken, nieuwe leermethoden-op-afstand leren, ondertussen hun eigen veranderde situatie aanleren, en dan nog eens alle voorschriften naleven. 

En dan – echt waar – ouders uitnodigen om naar de school te komen om bundels lesstof op te halen om thuis te verwerken… Gaan ze die bundels ontsmetten dan? Ouders apart laten binnenkomen? Latex handschoentjes aandoen bij de overhandiging?

Jongens, wat een bekrompen Vlaanderen is dit? Ik heb zelf geen kleine kinderen meer, en ik ben ziek, dus ik blijf in deze buiten schot. Maar hoe belachelijk is dit?! Moeten al die leerkrachten, onderwijzers, verplegers, zorgkundigen dat allemaal ineens tot een goed einde brengen? Drie weken thuis zal heus geen idioten maken van onze scholieren… First things first.

In plaats van de belasting op ouders te verhogen, zou men beter de aandacht richten op aangenamere en nuttiger methoden om deze periode door te komen. Het kost al energie genoeg om je constant bewust te zijn van al de nieuwe maatregelen die je in acht moet nemen. Neem daar een job bij, en de gewone opvoedkundige taken, en dan moeten ouders zichzelf ook nog in allerijl gaan omscholen tot fulltime leerkracht???

Komaan. Be real.

In het nieuws tonen ze vanavond gezinnen waar dat allemaal goed geregeld is. Met twee ouders. En wat met alleenstaande ouders? Of co-ouderschappen? Ouders die in vechtscheidingen zitten? Ouders die zelf ziek zijn, of gewoon geen tijd hebben? Wat moeten hun kinderen dan? Terug naar school binnen een maand met een zogenaamde leerachterstand? 

Het zal duidelijk zijn dat ik geen fan ben van ons onderwijssysteem, en de bureaucratie die ermee gepaard gaat. Nooit geweest, never will be. Er gaat meer aandacht naar de papierwinkel dan naar het lesgeven op zich. 

Onderwijssector, stop de regelneverij, en stop met extra belasting te leggen op iedereen die het in deze periode sowieso moeilijk genoeg heeft. Al die mooie woorden en oproepen over creativiteit vind ik volslagen belachelijk. Er is geen ruimte voor creativiteit als “de overheid” alle tijd volstopt met procedures, regels, richtlijnen… “omdat we zeker – oeioeioei – geen drie weken zonder les kunnen”…. 

Het is niet het goeie moment. Ik zou bijna zover gaan om mensen op te roepen zich geweldloos te verzetten tegen het bombardement aan richtlijnen vanuit die hoek. Er zijn belangrijker dingen aan de orde.

First things first, als onze onderwijssector dat nu ook eens snapte…

Triestig, dom Vlaanderen.

Gut….

Hij is nog volop aan de gang, die mooie zomer. Zonnebrand, buiten leven, deuren en ramen open (nu even niet, om de hitte buiten te houden)… Je ziet het aan de mensen. De fleurige kleren, de bruisende stad (Gentse feesten, niewaar), de zwoele avonden…

Spelen met de broertjes in het gezellige Arca gisteren, in een flow zitten, genieten van het spelen, mensen terugzien die je in geen dertig jaar hebt gezien, blijven plakken op het terras, kennismaken met nieuwe mensen, luisteren naar boeiende gesprekken die alleen maar in de zomer, op een terrasje, ontstaan tussen mensen van allerlei pluimage. Even drijven op een wolk van positieve reacties, soms emotioneel zelfs, door onze muziek. Wat moet een mens nog meer?

Mensen vragen voortdurend hoe het nu met me gaat. Ik antwoord naar waarheid: goed hoor, we kunnen spelen, mijn bloedresultaten blijven verrassend goed, de kanker houdt zich gedeisd onder mijn standaard continuë, “voor de rest van mijn leven” chemoschema. Nog steeds onbegrijpelijk hoe dat mogelijk is. Alle reden tot vreugde en genot en “profiteren van de gegeven tijd”. Klinkt schoon eh. En dat is het ook.

En dan de hamer van het besef… Je rijdt in het donker naar huis, geen volk op de baan, in mijn ouwe getrouwe Anna, mijn camper, volgeladen met instrumenten. Denken aan alle schone dingen die er weer gebeurd zijn vanavond. De verbinding die je voelt met zoveel lieve mensen.

Eenzaamheid.

Hoe is het in godsnaam mogelijk? Thuiskomen en je verschrikkelijk alleen voelen in dat lege huis. Nog een slaapmutsje drinken, en je afvragen vanwaar komt dat f*cking klotegevoel van eenzaamheid ? Ettelijke keren wakker worden van de krampen in je benen (leuke bijwerking :/) , terwijl je snakt naar het wegdrijven in de slaap… Wakker worden met datzelfde lege gevoel van vannacht… Is het de sleet die erop komt na meer dan zeven jaar alle fysieke en emotionele hoeken van de kamer te zien? Zit het tussen mijn oren? Is het moeheid? Geen flauw idee… alleen weet je: ik voel het. Je argumenteert in je kop: alles gaat toch goed? We hadden een fantastische avond, stop met zeuren. Wees een keer niet zo zielig. Er zijn zoveel mensen die je helpen dragen…

Maar soms zie en hoor je niks anders dan verhalen over mensen die ook kanker gekregen hebben, zoveel mensen, de laatste tijd. Soms ben je niet zo weerbaar bij de verslagen van al die begrafenissen van mensen die de strijdbijl tegen de ziekte hebben moeten neerleggen. Soms, zoals vannacht, komt de onhoudbare gedachte in je hoofd: er is zoveel ellende achter zoveel gezichten. En die gedachte gaat dan op een troon zitten als een tiran die net een coup gepleegd heeft en niet van plan is zich daar te laten verjagen. Met geweld desnoods. Het leven is toch maar lijden.

Je kan alleen maar uitzieken, denk ik. Het toelaten en dan jezelf weer recht hijsen. Proberen te focussen op de schone dingen, want die zijn door je klotegevoel niet verdwenen, je ziet ze alleen niet meer zo goed… en je hebt het gevoel dat je helemaal alleen de belegering van je vesting moet doorstaan tegen een onverslaanbare vijand. Ergens weet je, dat klopt niet. You never walk alone.

Twee met elkaar vechtende realiteiten… Een strijd vanbinnen. Niet tegen de ziekte op zich, maar tegen wat ze teweegbrengt. En nog zal teweegbrengen.

Nog maar eens luisteren naar Peter Gabriël en Kate Bush dan maar…. Don’t give up. Alles gaat voorbij, ook klotedagen…

Gut, kanker is kut.

Overlevingsgids tegen angst

Er is al veel inkt gevloeid, en er zal er nog veel vloeien over deze tweede “zwarte zondag”. Blijkbaar is “de kiezer” vatbaar voor het prediken van angst door de extreemste partijen. En ik moet bekennen dat ook ik op een bepaald moment een angstreflex moet onderdrukken als ik de resultaten bekijk. Maar is die angst terecht?

Vanuit mijn standpunt gezien is alles nogal relatief, en ik bedenk ook: alles gaat voorbij … Om te beginnen ons leven. De vraag die ik me stel is: laat ik mijn leven beïnvloeden door negativiteit? Het is verleidelijk om je te laten meedrijven met de stroom van onvrede en chagrijn. Maar dat is niet hoe we aan een betere wereld kunnen bouwen.

Er zijn zoveel schone dingen, die in de huidige mediastorm ondergesneeuwd geraken, maar ze zijn er nog. De wijsheid van een kind dat zegt: laten we gaan stappen en lachen naar iedereen die we tegenkomen… Een gezin met 4 kleine kinderen voor laten gaan in de wachtrij aan het stemlokaal, omdat je er een uur moet aanschuiven. Twee auto’s laten voorgaan in het verkeer in plaats van één (en de verrassing zien op het gezicht van de chauffeur). Een winkelkarretje van een ander meenemen om terug te zetten. Een fietser op een gevaarlijke weg supertraag voorbijsteken en de opgestoken hand met een dankjewel terugkrijgen.

Hoe simpel kan het zijn?

Moeten we ongerust zijn over deze verkiezingsuitslag? Misschien wel, maar de angst laten regeren, en je laten verlammen door de polarisering in onze maatschappij, zou een jammerlijke tijdverspilling zijn in dat korte leventje van ons.

We kunnen elke dag , zomaar, gratis, een beetje vreugde rondspreiden. Iemand een knuffel geven, een vrolijke groet hier en daar, een beetje hoffelijkheid in acht nemen in het verkeer, eens vragen hoe het gaat met een ander…. Ook daar zijn mensen vatbaar voor, en de blijheid die je ziet bij de ander, voel je ook bij jezelf…

Dàt zijn de wapens tegen angst en verbittering. Zò kunnen we elk in ons eigen wereldje , en dus ook in de grote wereld, blijven streven naar een vrede- en vreugdevoller samen-leven.

Als je gelooft in de liefde, dan is die niet klein te krijgen, ook niet door zwarte zondagen.

Enter the Void

Een groot deel van onze identiteit wordt bepaald, gevormd, door de mensen rondom ons, onze geliefden, kinderen, vrienden, familie, werk, zelfs de kassierster in de supermarkt waar je regelmatig komt… En er is jezelf, vanzelfsprekend.

Maar wat als je het gevoel hebt dat in je dagelijkse leven je identiteit teloorgaat, leeggezogen door de ziekte en de eenzaamheid die ze meebrengt? Als je de leegte groter ziet worden, terwijl er aan de randen geknabbeld wordt door een eindeloze, troosteloze moeheid die jou uitzuigt?

Morgen is het mijn zevende “verjaardag”. Dat heilige getal. Het is geen leuke verjaardag. Onwillekeurig maak je een balans op van de voorbije jaren. Zoveel gebeurd, zoveel veranderd, zoveel zoeken, zoveel proberen, zoveel zorgen, en ook zoveel zorgen voor… 

Ik ben niet te beroerd om toe te geven dat ik het gevoel heb dat de tank leeg is. Elke morgen proberen iets positiefs te bedenken waarmee je de dag kan kleuren, daar vaak niet in slagen. Vechten tegen de ultieme uitzichtloosheid van het bestaan. De kracht zit altijd in jezelf. Nou, vind die maar. Veel schiet er niet van over. Ik besef dat dat nogal bitter klinkt, maar wààr is het wel.

Een – magere – troost: ik zal niet de enige zijn die door de ziekte stilaan versleten geraakt. Die langzaam maar zeker afdrijft van de “actieve wereld”. Zo vele anderen maken hetzelfde mee, of erger. 

Mijn gevecht is een gevecht om te kunnen blijven geven. Wat heeft het leven voor zin als je niet kunt geven, niet kunt delen? Als je ballon leegloopt en er slechts een lege huls overblijft? 

Ik haat de tristesse, de lusteloosheid, het navelstaren in pathetisch zelfmedelijden, en blijf zoeken naar zingeving, …. het gevecht is nog niet over, het is nooit over zolang je leeft. 

Alleen voel ik me als Major Tom. 

For here

Am I sitting in a tin can

Far above the world

Planet Earth is blue

And there’s nothing I can do

Dan maar weer verbinding proberen te krijgen met ground control, zeker?

Family….

Zaterdagavond, 1 december… De Spil Roeselare. Benefietconcert voor de Palliatieve Federatie, met mijn broertjes… Anderhalf uur spelen voor 800 blije mensen. Als dat geen eten en drinken is voor het hart…

In de inleiding wordt ons Moe vernoemd, die aan de basis lag van ons zalige familiegevoel…en dat leek mij een passend eerbetoon. Maar ik dacht… ze vergeten iets: ons vader zit ook in de zaal, met zijn lief, mijn “tweede moeder”, en zij zorgen er NU voor dat de erfenis levend blijft. They also deserve credit for that… 

Ik voelde me een wrak, voor het concert. Teveel teveel teveel…. Leeg. Hartkloppingen, beven over je hele lijf… Zo kan ik niet spelen… Maar je hebt een engagement aangegaan, dat je onmogelijk kan laten vallen. 

Hoe klim je op die berg? Op die Mount Everest die voor je opdoemt? Met slecht weer aan de top? Rukwinden, spookstemmen die in je oor suizen tijdens de beklimming: je kan het niet. Je bent het niet waard. Je betekent niks. Wat je ook doet, it’s no use. Je zal het om zeep helpen, en goed ook. Zou je niet gaan slapen? Slapen, slapen, ik wil slapen……

….

Maar dan. Broers. Mijn sherpa’s… Huil maar, dat mag. “Ge zijt ’t endend hé broere….”, Kom hier, dat ik je vastpak. Geef die zware versterker maar aan mij. Een aai over je rug in het passeren. Take it easy, we doen het kalm aan, en we pakken wel over als het nodig is… Ik ben uitgeput, leg me op een bank…. ik voel de handen van mijn broer op mijn hoofd, als zalf na een pijnlijke val. Ik zie een knipoog van een ander: we’ll make it, together. Ik voel me schuldig, een idioot. Maar zij vinden dat niet, zij aanvaarden. En… ze dragen.

We komen op, en na de eerste aarzelende noten voel ik me zò thuis, zò veilig, zò overspoeld met dankbaarheid… En met elke noot die we spelen voel ik mezelf opgetild worden. De warmte van het publiek, de verstolen knipoog van een broer alhier, een opgestoken duim van een broer aldaar, naar mij… En het ongelooflijk warme gevoel van onvoorwaardelijke liefde dat me laaft. In de zaal zitten mensen die mij steunen, vanuit hun hart, die weten dat het moeilijk is. Mijn lief, mijn kinderen, de moeder van mijn kinderen, mijn schoonzussen, mijn compagnon de route: Jochen…. 

Ze zijn daar, en ze willen dat het lukt. En het lukt, en hoe…. Ik krijg nog tranen in de ogen als ik eraan terugdenk… En ik denk: Maar DIT pakken ze me niet meer af. En DIT had ik niet gekund zonder hen…. Ik voel me zò dankbaar, ook na alle liefdevolle hugs, en zoveel positieve reacties nadien… Het is alsof je je even Lazarus voelt. Ik was dood, maar ik leef weer….

De commentaren nadien, over de warmte die mensen voelen tussen ons gevijven, daar op dat podium, verwonderen me vaak, en zetten me ook met de voeten op de grond…. Het is niet overal zo, en er zijn veel mensen die dat niet kennen. 

Ik weet verdomd goed aan wie we dat allemaal te danken hebben… Onze ouders, die ons altijd aanvaard hebben ZOALS WE WAREN. Zij keken naar ons, naar òns, en niet naar zichzelf, toen ze ons opvoedden (en opvoeden 😉)… Misschien hadden ze zelf verwachtingen, maar dat hebben ze ons nooit laten merken. Ze stonden naast ons, niet boven ons. Wij waren vrij. “De gedachte is vrij”, was een fundament in onze opvoeding. We mochten anders zijn, worstelen met dingen, onze eigen stomme fouten maken… Ze waren er altijd, als het nodig was. En nog steeds. 

Ik heb de neiging om op een toren te gaan staan en te schreeuwen aan alle ouders: LAAT JE KINDEREN VRIJ! Kijk naar hen en zie wie ze zijn. Denk daarbij niet aan jezelf en hoe jij de toekomst gezien had voor je kind. Het is menselijk dat te doen, maar het levert niks op. Je eigen verwachtingen zijn alleen maar struikelblokken voor je kind. Want je kind zal er altijd over vallen, of ertegenaan lopen, en er uiteindelijk toch niet kunnen aan beantwoorden.

Wil dat zeggen dat je niks te zeggen hebt? Nee. Wil dat zeggen dat je alles zomaar moet aanvaarden van je kinderen? Nee. Een ouder moet zijn kind begeleiden. Het is een verdomde plicht, als je kinderen op de wereld zet. Maar het is nét doordat wij een onvoorwaardelijk respect gekregen hebben voor ons eigen zoeken,  vàn onze ouders, gedurende onze hele jeugd, en ook daarna, dat wij in the end zo’n concert kunnen spelen. En zelf datzelfde respect voelen tov onze ouders. En 800 mensen blij kunnen maken. Het is net daardoor dat wij elkaar nooit veroordelen, hoe anders we ook zijn. Dàt is onvoorwaardelijkheid. En dat is zinvolheid, op het allerdiepste niveau van het leven.

Geen enkel mensenleven is volmaakt, perfect. Maar ik heb als kind altijd mezelf kunnen en mogen zijn. Ik heb mogen vallen en opstaan, struikelen en rechtkrabbelen… Uiteindelijk, op de grens van het leven, waar ik nu al een tijd sta, is het dàt wat je kracht geeft, en de mogelijkheid om voetje voor voetje altijd terug een beetje uit die schier bodemloze  put te kruipen.

Ik ben gedragen.

Zie elkander graag.