Gut….

Hij is nog volop aan de gang, die mooie zomer. Zonnebrand, buiten leven, deuren en ramen open (nu even niet, om de hitte buiten te houden)… Je ziet het aan de mensen. De fleurige kleren, de bruisende stad (Gentse feesten, niewaar), de zwoele avonden…

Spelen met de broertjes in het gezellige Arca gisteren, in een flow zitten, genieten van het spelen, mensen terugzien die je in geen dertig jaar hebt gezien, blijven plakken op het terras, kennismaken met nieuwe mensen, luisteren naar boeiende gesprekken die alleen maar in de zomer, op een terrasje, ontstaan tussen mensen van allerlei pluimage. Even drijven op een wolk van positieve reacties, soms emotioneel zelfs, door onze muziek. Wat moet een mens nog meer?

Mensen vragen voortdurend hoe het nu met me gaat. Ik antwoord naar waarheid: goed hoor, we kunnen spelen, mijn bloedresultaten blijven verrassend goed, de kanker houdt zich gedeisd onder mijn standaard continuë, “voor de rest van mijn leven” chemoschema. Nog steeds onbegrijpelijk hoe dat mogelijk is. Alle reden tot vreugde en genot en “profiteren van de gegeven tijd”. Klinkt schoon eh. En dat is het ook.

En dan de hamer van het besef… Je rijdt in het donker naar huis, geen volk op de baan, in mijn ouwe getrouwe Anna, mijn camper, volgeladen met instrumenten. Denken aan alle schone dingen die er weer gebeurd zijn vanavond. De verbinding die je voelt met zoveel lieve mensen.

Eenzaamheid.

Hoe is het in godsnaam mogelijk? Thuiskomen en je verschrikkelijk alleen voelen in dat lege huis. Nog een slaapmutsje drinken, en je afvragen vanwaar komt dat f*cking klotegevoel van eenzaamheid ? Ettelijke keren wakker worden van de krampen in je benen (leuke bijwerking :/) , terwijl je snakt naar het wegdrijven in de slaap… Wakker worden met datzelfde lege gevoel van vannacht… Is het de sleet die erop komt na meer dan zeven jaar alle fysieke en emotionele hoeken van de kamer te zien? Zit het tussen mijn oren? Is het moeheid? Geen flauw idee… alleen weet je: ik voel het. Je argumenteert in je kop: alles gaat toch goed? We hadden een fantastische avond, stop met zeuren. Wees een keer niet zo zielig. Er zijn zoveel mensen die je helpen dragen…

Maar soms zie en hoor je niks anders dan verhalen over mensen die ook kanker gekregen hebben, zoveel mensen, de laatste tijd. Soms ben je niet zo weerbaar bij de verslagen van al die begrafenissen van mensen die de strijdbijl tegen de ziekte hebben moeten neerleggen. Soms, zoals vannacht, komt de onhoudbare gedachte in je hoofd: er is zoveel ellende achter zoveel gezichten. En die gedachte gaat dan op een troon zitten als een tiran die net een coup gepleegd heeft en niet van plan is zich daar te laten verjagen. Met geweld desnoods. Het leven is toch maar lijden.

Je kan alleen maar uitzieken, denk ik. Het toelaten en dan jezelf weer recht hijsen. Proberen te focussen op de schone dingen, want die zijn door je klotegevoel niet verdwenen, je ziet ze alleen niet meer zo goed… en je hebt het gevoel dat je helemaal alleen de belegering van je vesting moet doorstaan tegen een onverslaanbare vijand. Ergens weet je, dat klopt niet. You never walk alone.

Twee met elkaar vechtende realiteiten… Een strijd vanbinnen. Niet tegen de ziekte op zich, maar tegen wat ze teweegbrengt. En nog zal teweegbrengen.

Nog maar eens luisteren naar Peter Gabriël en Kate Bush dan maar…. Don’t give up. Alles gaat voorbij, ook klotedagen…

Gut, kanker is kut.