Takkewijf

Ik zit aan tafel met mijn broers, de geluidsman en een spreker, in een vergaderzaaltje in het Jan Ypermanziekenhuis. We luisteren straks met onze muziek een symposium op ter gelegenheid van 20 jaar palliatieve in het ziekenhuis. Mijn broer is er hoofdverpleger, geliefd en gerespecteerd, dat voel je er meteen. Ik denk terug aan zeven jaar geleden, toen ik nog werkte, me amuseerde op mijn werk, elke dag toch ergens iets betekende voor “de maatschappij”, net zoals mijn broer zoveel zin geen aan zoveel levens… En ik rouw om dat leven.

Terwijl er gepraat wordt over en weer aan de tafel,  voel ik mijn maag ineenkrimpen, mijn hartslag gaat met 50 de hoogte in, en blinde paniek slaat toe: “Ik kan dit niet”. Ik zeg niemand iets, verberg het uit alle macht. Wat zou het nut zijn het te laten zien? Maar vanbinnen is het mayhem…

Eerder deze week zijn mijn bloeduitslagen duidelijk verslechterd. Ineens staat de dreiging als een mammoet in de kamer van mijn leven. En ik probeer. Probeer niet te plooien, mij niet te laten doen. Ik denk aan de rust en kalmte die ik had in het begin, bij het toenmalige besef dat alles snel voorbij zou zijn. Ik zoek ernaar, naar die rust, want ik weet dat die ergens in mij verscholen zit. Ik probeer de kanker uit te dagen: “Bring it on, bitch. “

Mijn kanker, mijn Lilith, is een takkewijf. Donker en verleidelijk, machtsspelletjes spelend, met een eigen, onverbiddelijke, wispelturige wil. Achterbaks ook. Elke keer als je denkt dat je even rust hebt, komt ze voor je ogen met haar blote kont en blote borsten draaien, dansen, en elke keer als je denkt: “ok, ik gà met je dansen, laat je in die dans leiden door de man die ik ben…”, verdwijnt ze spottend in de coulissen van je leven, voor even. Ongrijpbaar, gemeen, kleinerend en vernederend. En loerend naar je volgend kwetsbaar moment.

In de warme sfeer van het symposium spreken mensen over hun streven naar een betere palliatieve zorg, hoe het nog beter kan. Er passeren cijfers op de obligate Powerpoints, geschiedenis, getuigenissen… Ik zie foto’s passeren uit de geschiedenis van de palliatieve dienst, foto’s – onder andere – van Yoeri, die op de palliatieve eenheid gestorven is, jaren geleden, in tempore non suspecto, die ik toen mateloos respecteerde en bewonderde voor zijn moed en openheid over de ziekte die hem toen gedood heeft, en die iedereen deelachtig maakte van zijn stervensproces. Ik voel me alleen, fundamenteel eenzaam, deep down. Heb het gevoel dat het over mij gaat, over mijn misschien heel nabije toekomst. Lilith besluipt me weer. Serpent. Ik speel erbarmelijk slecht, ik denk: “dit doe ik niet meer, het komt allemaal veel te dicht”… terwijl ik weet dat als wij de volgende keer gevraagd worden voor dergelijk evenement, ik niet nee zal kunnen zeggen. Er zijn immers niet zoveel kansen om iets te betekenen voor anderen, als je “uitgerangeerd” bent…

Ik denk aan mijn kinderen, vraag me af of ze gelukkig zijn in hun leven, of ze zullen gelukkig zijn nà mijn leven… Zijn er dingen ongezegd? Ben ik een goede vader (geweest)? Weten ze hoeveel ik van hen houd? Weten ze hoeveel uren van de dag ik aan hen denk, wens dat ze een goed leven hebben? Is hun mama, met wie ik mijn schatten op de wereld gezet heb,  gelukkig?

Ik denk aan de voorbije jaren, sinds mijn diagnose – die mijn hele leven op zijn kop gezet heeft – en de gevolgen voor de mensen die ik vanuit het diepste van mijn hart onvoorwaardelijk liefheb. Aan dingen die ik niet kan terugdraaien, en ook niet wil terugdraaien, omdat ik besef dat ik niets anders kon en wou doen dan wat ik gedaan heb. Ik heb vaak gezegd – sinds ik ziek geworden ben – “Life is a bitch, but a beautiful bitch”. Ik besef dat ik nu denk: “Kanker, Lilith, is a bitch”. Tout court. 

Het is moeilijk om te beseffen dat ik al zes en een half jaar leef zonder een toekomst die verder reikt dan pakweg drie maanden; al die tijd geleefd heb zonder verre plannen, en nu te weten wat er mogelijk was geweest als ik dat wel had gedaan.

Heb ik spijt? Nee. Op een of andere manier zou ik voor hetzelfde parcours kiezen mocht ik het mogen herdoen. Ik heb geen spijt van ook maar één levensfase. Niet van mijn jeugd, niet van mijn huwelijk, niet van mijn diagnose en ziekte. Maar nu is het even genoeg geweest. Ook dàt is kanker hebben. Uitgeput geraken van het voortdurende verweer tegen die teef die je de bodemloze afgrond wil in sleuren. Moe zijn van het constante alert zijn. Van het vechten tegen het bewustzijn dat je au fond eenzaam bent met je vloek. 

Er is een troost… Er zijn mensen waarvan ik wéét dat ze me onvoorwaardelijk liefhebben. Waarvan ik weet dat ze me willen helpen, en misschien niet eens weten hoe. Maar dat is niet erg. Ik weet het, en dat is ergens genoeg. Het is het enige wat telt. Op dit moment is dat de enige vestingwal die me uit de klauwen van die aanhoudende belegering door dat tirannieke, hebzuchtige onderkruipsel van een Lilith houdt. Ik weet dat ze het uiteindelijk zal halen, maar ik misgun haar het plezier van de overwinning. Ze kan mij doden, maar niet mijn liefde.

Daar. Bring it on, takkewijf.

4 gedachten over “Takkewijf

  1. … verdomme … miljaar … ik zag donderdag een grote mooie man zitten in een rollenspel, kwetsbaar, wow ik was van mijn sokken geblazen, en speelde op dat moment therapeut die leert ‘parafraseren’ … kwetsbaar, kwetsbaar moment, hoe groot kan je zijn, hoe mooi …
    ik zie jou, grote mooie man met zoveel liefde en warmte stil zitten voor mij in mijn gedachten, ik zie je zo graag …
    en dat takkewijf … verdomme … misschien heeft ze ook eens een hug nodig
    (hoewel ik ze op dit moment eerder wil wurgen, en ik ben sterk 😉 … maar niet sterk genoeg)

    x
    Ilse

    Like

  2. dag Sam,

    ik was toch heel blij van nog eens iets van je te horen! Ik waardeer het echt dat je zoveel moeite doet om je gevoelens kenbaar te maken en je niet opsluit in zelfbeklag wat veel mensen in jou situatie wel doen.. En dat je nog zoveel jaren extra gekregen hebt zal voor je kinderen toch wel een geschenk uit de hemel zijn! maar het is natuurlijk heel zwaar om dragen als je je blijvend ziek voelt en behandeld dient te worden, en dat de moed daarbij dikwijls in de schoenen zakt, zal zeker niet anders kunnen. Met mij gaat het redelijk goed, maar het is toch ook angstig afwachten elke keer dat ik op controle moet. W.b. darmkanker ben ik redelijk gerust, maar de lymfeklierkanker is zogezegd chronisch en kan plots weer actief worden. Het rare is dat iedereen dat vergeten is en doet alsof ik weer een heel gezond mens ben. Als ik dus moe ben, mijn grenzen wil bewaken, niet te laat wil uitgaan etc. wordt dat meer gelinkt aan mijn leeftijd dan aan ziekte.. maar ik laat het maar zo, heb geen zin om daar nog veel uitleg over te geven…( ziek zijn is idd een heel eenzaam proces!)

    Ik wens je nog veel moed en sterkte en veel steun van vrienden en familie,

    veel liefs, Greta

    Like

    1. Dag Greta… Wat je schrijft is zo herkenbaar… Als het niet op je gezicht geschreven staat, of als je er uiterlijk goed uitziet, dan vergeten mensen – behalve degenen die heel close leven, in mijn geval mijn lief en mijn broers, zus, pa – dat je eigenlijk onder die constante dreiging leeft. Dat kan je niemand kwalijk nemen, maar het is wel een oorzaak van het eenzame gevoel dat je kan krijgen om alleen te zijn met je ziekte. En hoe dan ook, je bent ergens altijd beperkt door het ziek zijn. De behandeling en de ziekte zelf kunnen je aanvreten. Dan moet je inderdaad je eigen grenzen bewaken, en voor jezelf zorgen. Ook als de situatie “stabiel” is, blijf je immers in voortdurende onzekerheid of de kanker terugkomt, of toeslaat… We zijn ergens ook met de paplepel ingegoten dat we moeten sterk zijn, geen medelijden zoeken, niet tonen dat je bang bent, enz… Dat is eigenlijk bullshit. Daarom zeg ik vaak – soms cassant – dat ik nog steeds kanker heb, en dat de chemo van alles met mijn lijf deed en doet. Vaak weten buitenstaanders niet goed hoe ze daarmee om moeten gaan, maar soit, ik heb het dan toch maar gezegd, en mijn ei gelegd :)…. Maar kijk, we zijn alvast met twee die dat eenzame gevoel kennen, en ik zal geen namen noemen, maar er zijn er nog die dat kennen in onze dichte familie 😉 En het is een cliché, maar gedeelde smart is halve smart. Dus… heel erg bedankt voor je reactie, en zorg goed voor jezelf! Liefs, Sam

      Like

  3. Lieve Sam,

    Ik wil je graag zoveel terug mailen, maar vind geen woorden. Ik wordt telkens helemaal stil van je schrijven.

    We zijn bijna tegelijkertijd bij De Mandel weg gevallen, elk met ons eigen verhaal. Ik ben blij dat je een deeltje van jou verhaal met ons wil delen. Ik vind het “prachtig” hoe je de dingen benoemd, beschrijft, vastpakt en voor onze ogen legt. Neen, als niet kanker patiënt weten we niet wat het is, maar zo weten we niet hoe het is om in vele anderen hun schoenen te staan. We zien, lezen meestal enkel de succes verhalen. De verhalen van hoe goed iets loopt, hoe happy en gelukkig we zijn. Maar de realiteit, ’t leven is vaak anders. En het doet mij, en waarschijnlijk heel veel anderen, zo’n deugd om te lezen dat het bij anderen ook niet altijd zonneschijn is. Door jou verhaal te vertellen relativeer je ons, mijn leven.

    Sam, ik bewonder jou, om …. duizenden dingen. Je geeft me kracht om ondanks de shit die we in ons leven tegen komen, iedere dag weer op te staan en verder te doen. Bedankt ! ! !

    Heel veel liefs en warme knuffels, Thera

    ps: Als we Joke Schouwvlieger en haar mannen eens op jou takkenwijf los lieten. Zij happy dat ze weer een boom heeft kunnen aanvallen en jij …. Was het maar zo eenvoudig

    >

    Like

Geef een reactie op Ilse Reactie annuleren